Jij (Zij - Marco Borsato)

Voor mijn man

Ik leerde je kennen toen jij in een boom hing heel hoog.

Je vroeg gaan we wat drinken en zonder te denken

zei ik al ‘welja joh’, heel droog.

Ik ging wel even twijfelen, je was wel wat raar

met een camper als woning en bijna geen haar.

Ik leerde je kennen als surfer en man tegelijk

en had snel in de gaten dat als het ging waaien

jij ervandoor ging naar Wijk.

Maar hoe vaak het ook waait, je komt altijd weer terug

voor een douche en een knuffel en wifi heel vlug.

En jij, jij bent er echt helemaal voor mij, jij wilt het beste voor ons allebei.

Zo eigengereid en meegaand tegelijk en je doet iets met mij.

Je bent vrij, vrij om te gaan maar je blijft bij mij.

Jij pikt al mijn muggenzifterij.

Je bent soms onuitstaanbaar en je zegt me gewoon wat je vind.

Een man en een kind. Je bent wind en windstilte en jij, jij hoort bij mij.

En jij opent een wereld voor mij. Je gaf me de zee en de wind en de golven

al word ik soms bedolven, daar voel ik me altijd vrij.

Je maakt me blij, jij bent de beste partij.

Jij bent voor mij, soms heel irritant en erg bijdehand

maar trots kan ik zeggen jij hoort bij mij.

En soms, doe ik van nananananana, nanananana nananana

dan praat je weer onzin en doe ik gewoon, of ik je niet hoor.

Maar jij, jij bent het echt helemaal voor mij, jij wilt het beste voor ons allebei.

Zo eigengereid en meegaand tegelijk en je doet iets met mij.

Je bent vrij, vrij om te gaan maar je blijft bij mij.

Jij past het aller- allerbest bij mij.

Je bent onweerstaanbaar, je zegt me gewoon wat je vind.

Een man en een kind.

Je bent wind en windstilte en jij,

een man en een kind, je bent wind en windstilte

en jij, ja jij, je hoort bij mij.