Dit gedicht mocht ik schrijven voor iemand die afscheid moest nemen van een zus.
Je had graag alle touwtjes in handen
en stond altijd voor ons klaar.
Nu moeten wij afscheid van jou nemen
maar dat is eigenlijk onvoorstelbaar.
Mijn zus, mijn steun, mijn rots in de branding,
hoe neem je afscheid van iemand waar je zoveel van houdt?
De laatste keer bij je, ons laatste gesprek,
nu nooit meer even samen, zo warm en vertrouwd.
Je hebt ons zoveel gegeven, zoveel liefde en kracht,
alles wat jij was, zal altijd blijven bestaan.
In je kinderen, je kleinkinderen en generaties daarna,
de liefde die jij gaf zal altijd door blijven gaan.
Dat is de ware betekenis van de cirkel van het leven,
van jouw plaats in de eindeloze tijd.
Jouw liefde, doorgegeven aan de generaties.
Voor altijd hier bij ons, ook in jouw afwezigheid.
Eens zie ik je weer, ooit kom ik je weer tegen,
tot die tijd zit je in mijn hart dus ben je altijd dichtbij.
En ik zal vaak naar boven, naar de witte wolkjes kijken.
Want op één van die wolkjes, daar wacht jij op mij.